Studioroosmarijn

Studioroosmarijn
Diana Roos

zondag 15 mei 2011

Om tien uur aan de drank, liever niet!


Laatst liep ik om tien uur ‘s morgens op een business to business beurs in Rotterdam rond. Terwijl ik op dit vroege tijdstip nog naarstig op zoek was naar koffie, omdat ik behoefte had aan een stevige latte, werd me bijna bij elke stand een glas alcohol in de handen gedrukt. Nee hè, dit wordt zo’n dag! Ik moest me met hand en tand verdedigen en al mijn charmes in de strijd gooien om de standhouders niet te beledigen. Ik was daar toch echt nog niet aan toe. Gelukkig voor dezelfde exploitanten dachten de meeste bezoekers daar anders over. Ik zag om me heen in de loop van de ochtend al de eerste tekenen van een aangeschoten toestand. Rode wangen, gezellig gegiegel, drankkegels, hier en daar iemand die tegen je aan loopt en luidruchtig gepraat. Allemaal niet erg als je zelf in een vergelijkbare toestand verkeerd, maar nu zette het me wel aan het denken. Wat een overdaad. Dit soort beurzen zijn wel een walhalla voor kroegtijgers.

De mooiste merken presenteerden hun nieuwste paradepaardjes. En natuurlijk werd om zich te onderscheiden alle ‘trucs’ uit de kast getrokken. Modellen met benen tot in de hemel schonken de mooiste drankjes in. Zeg daar maar eens nee tegen. Uiteindelijk ben ik na diverse koppen koffie, lunch, water, nog meer koffie, een sapje hier en daar toch overstag gegaan voor een heerlijk drankje. Maar voor mij is het bij een alcoholhoudende versnappering gebleven. Ik heb wel andere dingen geproefd, want nu ik me er meer in verdiep kom ik er steeds meer achter dat alcholvrij hartstikke hip is en een steeds grotere markt wordt. Men presenteert alcoholvrije drankjes met net zoveel elan als de alcoholhoudende, neem bijvoorbeeld Pussy (een naam waar je als vrouw niet te veel over na moet denken) of de alcoholvrije siropen voor cocktails als Monin en Roses, of thee waar mooie drankjes werden gemaakt door Dilmah. Leuk om kennis mee te maken en zeker te gebruiken in de alcoholvrije cocktails die ik voor lekkeralcoholvrij.nl maak. En zo werd mijn bezoekje aan Rotterdam na een wat moeizaam begin, uiteindelijk toch meer dan de moeite waard.

 
White Dream

1 kokosnoot
2 dl Monin Coco alcoholvrij
3 dl room/ volle melk
Veel geschaafd ijs
Rode besjes voor de garnering

Ik vind het leuk om deze cocktail in een kokosnoot te presenteren, maar je kunt het drankje natuurlijk ook in een glas serveren.

Je holt de kokosnoot uit en houd deze apart voor gebruik (het vruchtvlees van de kokosnoot kun je bijvoorbeeld roosteren en als snackje presenteren)
De Monin Coco, wat ijsschaafsel en de room, schud je goed in een cocktailshaker. Je vult de kokosnoot met veel geschaaft ijs en schenkt het drankje eroverheen. De besjes gebruik je voor de garnering. Deze cocktail is op zijn best als je hem ijs en ijskoud serveert.

maandag 9 mei 2011

After dinner tonkacocktail

Ik was zestien jaar. Dronken werd ik al van Spa rood. En een lol dat we hadden. Ik en mijn vriendinnen. Avonden konden we lachen om niets, lagen we dubbel om grapjes die we alleen zelf snapten. Heerlijk! Wat wil je nog meer zou je denken. Maar er moesten natuurlijk ook feestjes georganiseerd worden. Het liefst iets anders dan anders; cocktailfeestjes. Bij ons in de patio. Alle ingrediënten werden in huis gehaald om lekkere zomerse drankjes te fabriceren, die de hoofden op hol zouden brengen. De spulletjes stonden klaar, de aankleding in orde, de hapjes gereed, de muziek op tien. Het feest kon beginnen. We hadden een superavond, maar veel cocktails werden er niet gedronken. De jongens wilden alleen maar bier en wij zaten zoals gewoonlijk aan de Spa rood. Ach de gezelligheid was er niet minder om.
Wat dat betreft is er niet veel veranderd. Ik organiseer nog steeds graag feestjes en cocktails vind ik zalig, maar ik kan nog steeds niet goed tegen drank. Het is dan ook een zege om lekkere cocktails te maken zonder alcohol. Voor mij een uitkomst. Bovendien kun je van alcoholvrije cocktails meer drinken en ook nog allemaal verschillende door elkaar, en daar kan ik dan weer heel erg van genieten.
De cocktail die ik vandaag beschrijf heeft voor mij zijn oorsprong in Spanje, ook al heel lang geleden. Crushed ijs, sterke espressokoffie en roomijs. De spanjaarden dronken het destijds de hele dag. Ik vind het een heerlijke basis voor een after dinner drankje. Ik geef er mijn eigen draai aan door onder andere zelfgemaakt ijs te gebruiken. In het recept kun je dit ook vervangen door vanilleroomijs. Als je wel zelfgemaakt ijs wilt gebruiken, maak dit dan de dag van te voren. Dan heb je in een handomdraai na je diner de cocktail bereidt. Wat wil je nog meer, heerlijk eten en afsluiten met zo’n lekker drankje. Een topavond! daar hoef ik geen zestien meer voor te zijn.

4 personen

Monin chcoladesiroop
4 bollen ijs*
4 kopjes sterke espresso
Crushed ijs om het glas verder op te vullen
Benodigheden: 4 cocktailglazen

Schenk onder in het glas een lekkere scheut van de chocolade siroop. Schep hier een flinke bol ijs op. Vul het glas op met het crushed ijs**. Schenk als laatste de hete sterke espresso erover heen. Serveer direct.









*Zelfgemaakt tonkabonen ijs
4 tonkabonen
150 gr suiker
300 ml room
300 ml melk
6 eidooiers


Breng de slagroom, melk, tonkabonen en de helft van de suiker aan de kook. De eidooiers met de rest van de suiker wit/ licht geel tikken. De gekookte basis op de eidooiers gieten en goed doorroeren. Dit geheel au bain marie tot de gewenste dikte brengen. Let op, het mag niet koken! Dit zeven en af laten koelen in de koelkast en 1 uur voor het serveren opdraaien in de ijsmachine.

** Er zijn speciale crushmachientjes, maar je kunt bijvoorbeeld ook een theedoek en een hamer gebruiken om je ijs klein te krijgen.

Het Paradijs


Was ik in het Paradijs? Een onverwacht bezoek aan een chinees restaurant in Utrecht zette mij voor het blok. Het is niet dat ik niet van chinees eten houd, verre van dat, ik houd bijna van alles en zeker als er wat niet alledaagse smaken aan te pas komen. Alleen heeft de chinese keuken in mijn optiek ergens een imago probleemje opgelopen. Bij de meeste chinese restaurants in Nederland denk je gelijk aan Nasi, Bami, Babi Pangang,  Foo yong hai en Tjap tjoy. Terwijl ik ervaren heb dat er zo veel meer te beleven is in de chinese keuken. Ik houd er wel van een beetje verrast te worden, al hoef je bij mij ook weer niet aan te komen, met varkenspootjes, varkenshart, kwal of zeewier. Dat gaat me weer net te ver.

Ik was dus een beetje sceptisch, maar dit was geheel onterecht. De uitstraling van het Paradijs was goed, een echt ongezellig chinees restaurant met nauwelijk Nederlands sprekend personeel, een draaiplateau midden op onze tafel en belabberde witte wijn. Dit beloofd wat voor het eten. Ons menu startte met Beijing kaoya, pannekoekjes met Pekingeend. Heerlijk. De pannenkoekjes waren flinterdun, de goede hoeveelheid Hoisin saus en super malse pekingeend.

Wat er toen allemaal op tafel werd gezet is bijna te veel om op te noemen. Alle gerechten waren smakelijk en qua ingredienten divers. We hadden: eend, garnalen, diverse bereidingen met varkensvlees, kip, rundvlees en zelfs op verzoek een vegetarische schotel. Als er zoveel gerechten op tafel staan word ik altijd een beetje hebberig, ik wil alles proeven en ik eet dan ongemerkt te veel. Nou ik heb zeker van alles wat geproefd en ik ben blij dat we geen dessert bestelden, want ik plofte bijna uit elkaar. Toch moest ik tijdens het eten ook aan een andere persoonlijke favoriet denken, namelijk de dim sum. Ik heb niet op de kaart gekeken of ze het hadden, want het menu was al voor ons uitgekozen. In een andere tijd, in een andere stad en met een ander gezelscahp ging ik vroeger regelmatig op de zeedijk chinees brunchen met onder andere dim sum.  Allemaal kleine gestoomde hapjes die in van die leuke kleine stoommandjes op tafel werden gezet. De dim sum is gevuld met verschillende vullingen en wordt geserveerd met verschillende sausjes. Het is heerlijk om op een zondagochtend zo de dag te beginnen, maar het is ook zeker heel leuk om zelf dim sum te maken. Want wanneer ben je nu in het paradijs? Als je alleen lekker eet of als je lekker eet en ook nog de voldoening hebt van het zelf bereiden?

Warm chocolade taartje


Voor 10 personen

170 gram roomboter plus extra om te smeren
2 el cacaopoeder
340 gr donkere chocolade
6 grote eieren
105 gram suiker
4½ el amandelpoeder
poedersuiker

*Verwarm de oven op 220 graden. Beboter 10 vormpjes. Strooi het cacaopoeder in de vormpjes.
*Smelt de boter met de chocolade in een kom boven een pan met water op laag vuur.
*Klop de eieren met de suiker goed stevig tot het volume ongeveer is verviervoudigd. De massa is dan stevig en zeer luchtig. Laat het chocolademengsel een beetje afkoelen en doe het bij het eimengsel. Spatel voorzichtig door elkaar en voeg de eetlepels amandelpoeder toe.
*Lepel het beslag in de bakjes en doe ze 15 minuten in de oven. Check goed of ze niet te donker worden. Haal ze uit de oven en bestrooi met de taartjes met poedersuiker.


Ode aan de chocolade


Kan het zijn dat er chocolade door mijn aderen stroomt?
Het is misschien een beetje rare vraag, maar ik vraag me echt af waar mijn enorme voorliefde voor chocolade vandaan komt. Ondanks dat ik altijd wel een beetje op mijn lijn moet letten, is er bij ons van jongs af aan altijd chocolade in huis geweest. Repen in alle soorten en maten, smarties, Merci, cacaoboontjes en natuurlijk bonbons , maar dan wel van goede kwaliteit. Je kunt het niet bedenken of mijn moeder en ik hadden het wel een keer in huis. Soms ging het zelfs zo ver dat we een periode niet wilden snoepen, maar dan toch een bonbonnetje wilden nemen en de bonbons doormidden sneden om toch maar een mooie kleine smaakbeleving te mogen ervaren. Maf niet? Ergens in een vorig leven zal er wal wat met mij gebeurt zijn, want de cacao kent al een lange geschiedenis. In Europa leerden wij de cacao pas in 1528 kennen, maar oorspronkelijk komt het uit het gebied dat zich uitstrekt van Mexico tot in het Noorden van Zuid-Amerika. Onder de bewoners van Mexico en aangrenzende landen, vooral de Mayavolken en de Azteken, was het gebruik van cacao reeds eeuwenlang bekend voordat Columbus Amerika ontdekte.

De Spaanse ontdekkingsreiziger Fernando Cortez keerde terug van zijn veroveringstochten in Mexico en bracht grote hoeveelheden cacaobonen mee. Fernando Cortez had in zijn berichten aan Keizer Karel V reeds geschreven over de uitgebreide cultuur in Mexico van de cacao of, zoals de Azteken het noemden: Xocoatl. Van de zaden van deze cacaovrucht werd met water een drank bereid die aan het hof van keizer Montezuma, de toenmalige heerser der Azteken, geschonken werd.
De cacaobonen werden geroosterd en daarna met water aangeroerd onder toevoeging van wat peper. Ik kan me nu nauwelijks voorstellen dat zoiets lekker was. De Spanjaarden die in Amerika woonden en die ook suiker reeds kenden, gebruikten dit daarom bij de cacao-bereiding om het product te veraangenamen en begonnen het ook te verwerken tot chocoladekoekjes.


De Spaanse kolonisten hebben de bereiding en gebruik van cacao bijna een eeuw lang geheim weten te houden; op den duur raakte het recept echter bekend. Aan het Spaanse hof gebruikte men de chocolade en door de Spaanse gezanten vond een verdere verspreiding over Europa plaats. In 1615 werd de cacaodrank ingevoerd als drank bij officiële audiënties aan het Franse hof. Het gebruik van cacao-chocolade was in die dagen een kostbare geschiedenis en pas tegen het einde van de 18e eeuw, begin 19e eeuw daalde de prijs zodanig, dat men over cacao als volksdrank kon spreken. In het midden van de 17e eeuw ontstonden ook in Nederland, naast de herbergen waar bier en wijn werd geschonken, de koffie- en chocoladehuizen. De eerste chocoladefabriek verrees in 1728 in Engeland en omstreeks 1760 volgden Frankrijk en Duitsland, Zwitserland pas in 1819. De Nederlanders hebben als zeevaarders een zeer belangrijke rol in de cacaohandel gehad. Oorspronkelijk was Zeeland het gebied waar veel cacaofabrieken stonden en nog steeds is Amsterdam de belangrijkste wereldhaven voor cacao.

Er zijn dus, in een vorig leven, mogelijkheden genoeg waar mijn liefde voor chocolade kan zijn ontstaan. Maar voor zo’n gedachte ben ik toch wat te nuchter. Eigenlijk denk ik dat ik de smaak van een stukje goede kwaliteit chocolade me gewoon in extase brengt. Dat bitterzoete dat op je tong smelt en waardoor je helemaal gelukkig wordt, al is het maar heel even. Of als je chocolade verwerkt in een gerecht, mmmmmmmmm! Die geur van bijvoorbeeld gebakken chocoladetaartjes, waardoor je hele keuken een soort chocoladefabriekje wordt. En iedereen die binnenkomt de huiselijke sfeer ervaart en graag aan de keukentafel blijft hangen om zo’n warm stukje genot net uit de oven op te snoepen. Het spreekt bij mij heel erg tot mijn verbeelding. Ik eet het graag elke dag en bedenk het liefst nieuwe recepten waarin ik chocolade kan gebruiken. Ik geloof dus toch echt dat er chocolade door mijn lichaam stroomt en dat wil ik graag zo houden.



Ode aan de chocolade


Kan het zijn dat er chocolade door mijn aderen stroomt?
Het is misschien een beetje rare vraag, maar ik vraag me echt af waar mijn enorme voorliefde voor chocolade vandaan komt. Ondanks dat ik altijd wel een beetje op mijn lijn moet letten, is er bij ons van jongs af aan altijd chocolade in huis geweest. Repen in alle soorten en maten, smarties, Merci, cacaoboontjes en natuurlijk bonbons , maar dan wel van goede kwaliteit. Je kunt het niet bedenken of mijn moeder en ik hadden het wel een keer in huis. Soms ging het zelfs zo ver dat we een periode niet wilden snoepen, maar dan toch een bonbonnetje wilden nemen en de bonbons doormidden sneden om toch maar een mooie kleine smaakbeleving te mogen ervaren. Maf niet? Ergens in een vorig leven zal er wal wat met mij gebeurt zijn, want de cacao kent al een lange geschiedenis. In Europa leerden wij de cacao pas in 1528 kennen, maar oorspronkelijk komt het uit het gebied dat zich uitstrekt van Mexico tot in het Noorden van Zuid-Amerika. Onder de bewoners van Mexico en aangrenzende landen, vooral de Mayavolken en de Azteken, was het gebruik van cacao reeds eeuwenlang bekend voordat Columbus Amerika ontdekte.

De Spaanse ontdekkingsreiziger Fernando Cortez keerde terug van zijn veroveringstochten in Mexico en bracht grote hoeveelheden cacaobonen mee. Fernando Cortez had in zijn berichten aan Keizer Karel V reeds geschreven over de uitgebreide cultuur in Mexico van de cacao of, zoals de Azteken het noemden: Xocoatl. Van de zaden van deze cacaovrucht werd met water een drank bereid die aan het hof van keizer Montezuma, de toenmalige heerser der Azteken, geschonken werd.
De cacaobonen werden geroosterd en daarna met water aangeroerd onder toevoeging van wat peper. Ik kan me nu nauwelijks voorstellen dat zoiets lekker was. De Spanjaarden die in Amerika woonden en die ook suiker reeds kenden, gebruikten dit daarom bij de cacao-bereiding om het product te veraangenamen en begonnen het ook te verwerken tot chocoladekoekjes.
De Spaanse kolonisten hebben de bereiding en gebruik van cacao bijna een eeuw lang geheim weten te houden; op den duur raakte het recept echter bekend. Aan het Spaanse hof gebruikte men de chocolade en door de Spaanse gezanten vond een verdere verspreiding over Europa plaats. In 1615 werd de cacaodrank ingevoerd als drank bij officiële audiënties aan het Franse hof. Het gebruik van cacao-chocolade was in die dagen een kostbare geschiedenis en pas tegen het einde van de 18e eeuw, begin 19e eeuw daalde de prijs zodanig, dat men over cacao als volksdrank kon spreken. In het midden van de 17e eeuw ontstonden ook in Nederland, naast de herbergen waar bier en wijn werd geschonken, de koffie- en chocoladehuizen. De eerste chocoladefabriek verrees in 1728 in Engeland en omstreeks 1760 volgden Frankrijk en Duitsland, Zwitserland pas in 1819. De Nederlanders hebben als zeevaarders een zeer belangrijke rol in de cacaohandel gehad. Oorspronkelijk was Zeeland het gebied waar veel cacaofabrieken stonden en nog steeds is Amsterdam de belangrijkste wereldhaven voor cacao.
Er zijn dus, in een vorig leven, mogelijkheden genoeg waar mijn liefde voor chocolade kan zijn ontstaan. Maar voor zo’n gedachte ben ik toch wat te nuchter. Eigenlijk denk ik dat ik de smaak van een stukje goede kwaliteit chocolade me gewoon in extase brengt. Dat bitterzoete dat op je tong smelt en waardoor je helemaal gelukkig wordt, al is het maar heel even. Of als je chocolade verwerkt in een gerecht, mmmmmmmmm! Die geur van bijvoorbeeld gebakken chocoladetaartjes, waardoor je hele keuken een soort chocoladefabriekje wordt. En iedereen die binnenkomt de huiselijke sfeer ervaart en graag aan de keukentafel blijft hangen om zo’n warm stukje genot net uit de oven op te snoepen. Het spreekt bij mij heel erg tot mijn verbeelding. Ik eet het graag elke dag en bedenk het liefst nieuwe recepten waarin ik chocolade kan gebruiken. Ik geloof dus toch echt dat er chocolade door mijn lichaam stroomt en dat wil ik graag zo houden.